Financiële middelen
Het opzetten van een netwerk wordt vaak deels in de vrije tijd van een aantal leden van de Wetenschappelijke vereniging gedaan (soms aangevuld met verenigingsbudget). Voor de doorontwikkeling zijn kartrekkers en investeringen noodzakelijk.
Financiering kan worden gehaald uit onderzoeksbudget. Denk hierbij aan een constructie waarbij het netwerk wordt gefinancierd vanuit onderzoeksbudget, omdat het netwerk de aanvraag en opzet van studies dusdanig faciliteert.
De CORE is opgezet met verenigingsbudget en gaat uiteindelijk verder gefinancierd worden uit onderzoeksbudget. Daar worden nu afspraken over gemaakt. Het idee is dat CORE de verwerving van de aanvraag en de opzet van het onderzoek zodanig faciliteert dat dit een bepaald percentage van het onderzoeksbudget rechtvaardigt.
Quote uit kwalitatief onderzoek IVBM 2018
Naast subsidie programma’s voor onderzoek is het goed om te kijken naar andere spelers die (mede) verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van zorg en preventie èn baat hebben bij de beheersing of mogelijk besparing van de kosten voor zorg en preventie. Zorgverzekeraars, maar daarnaast ook gemeenten, zijn hierbij nadrukkelijk in beeld. Betrek in een stakeholder-analyse dan ook de alle mogelijke financiers.
Subsidieprogramma’s
Waar kan netwerkvorming gekoppeld worden aan relevante onderzoeksvragen? Maak een overzicht met de financieringsmogelijkheden voor onderwerpen van de kennisagenda. Koppel de onderzoeksvragen aan mogelijke fondsen.
Op dit moment kunt u bij de volgende organisaties subsidie aanvragen:
- Doelmatigheidsonderzoek – Open ronde 2020 (ZonMw), onderzoek naar de kosteneffectiviteit van interventies Meer informatie over deze call.
- Goed Gebruik Geneesmiddelen – Open ronde 8 (ZonMw), voor het effectiever, veiliger en doelmatiger inzetten van bestaande geneesmiddelen Meer informatie over deze call.
- BeNeFIT (Belgium-Netherlands Funding of International Trials)
Voor meer informatie over subsidiemogelijkheden verwijzen we u naar de website van de Federatie Medisch Specialisten.
Aanpak bestaande consortia
NVOG consortium: het consortium is begonnen als een zelfstandig werkend netwerk van enthousiaste gynaecologen. Later is dit consortium door de NVOG geadopteerd. Inhoud en uitvoer zijn van elkaar gescheiden. Het consortium is verantwoordelijk voor de inhoud en het trialbureau voor de uitvoer. Projectleiders betalen per studie een vast bedrag aan het trialbureau voor het gebruik van hun faciliteiten. Het trialbureau ondersteunt researchmedewerkers, in de inclusie, in het opstellen van projectbegrotingen, biedt methodologische ondersteuning in studieopzet, etc. Daarnaast ondersteund het trialbureau ook de kennisdeling over lopende en afgeronde studies. Lees hier meer.
CORE (consortium NOV): het consortium is tot stand gekomen uit een aantal enthousiastelingen die gezamenlijk naar de onderwerpen op de kennisagenda zijn gaan kijken. De NOV heeft vervolgens een persoon aangesteld om het consortium op te zetten en verder uit te rollen. De CORE is opgezet met verenigingsbudget en gaat uiteindelijk verder gefinancierd worden vanuit onderzoeksbudget.
Heeft u nog een goede aanvulling op dit onderwerp? Uw ervaring delen kan hier. Of laat hieronder een reactie achter.