Welke structuur past bij mijn wetenschappelijke vereniging?
Loop de volgende vragen na om meer inzicht te krijgen in de bestaande omvang, kennis en faciliteiten van de vereniging en welke structuur hier het beste op aansluit.
- Hoe groot is de wetenschappelijke vereniging?
- Hoe verloopt de samenwerking en afstemming nu?
- Wat gaat er op het moment goed en wat gaat er op het moment niet goed wat betreft de samenwerking?
- Welk effect heeft de huidige samenwerking op het onderzoek?
- Welke middelen zijn er beschikbaar voor het vormen van een netwerk (mankracht en geld)?
- Zijn er eventuele karretrekkers? (zie ook stakeholder-analyse)
- Wat wil de vereniging uit het netwerk halen? (zie ook procesbeschrijving)
- Welk scenario past het beste bij de gewenste opbrengsten? (zie ook de vier scenario’s van netwerkvorming)
Elke wetenschappelijke vereniging die een consortium gaat vormen moet een structuur kiezen die bij de vereniging past en aansluit op de bestaande omvang, kennis en faciliteiten. Probeer ‘waarom’ vragen te voorkomen. Het is belangrijk dat iedereen op één lijn zit en het eens is over de vorm en de aanpak. Ons doel was om inzichtelijk te krijgen waar, welke kennis ligt zodat bestaande expertise efficiënter benut kan worden bij (nieuwe) projecten. Een volledig geïntegreerd netwerk is hiervoor niet nodig.
Quote uit kwalitatief onderzoek IVBM 2018
Heeft u nog een goede aanvulling op dit onderwerp? Uw ervaring delen kan hier. Of laat hieronder een reactie achter.
